Peter Buwalda blijkt ook een goede spreker te zijn

Het was avond, het was donker en het woei verschrikkelijk. In de Oude Mariakerk vreesden de aanwezigen even voor het ergste. Maar dat bleek niet nodig te zijn. Met een lichte vertraging verscheen schrijver Peter Buwalda alsnog ten tonele. En dat was niet voor niets: hij gaf een indringend inkijkje in zijn eigen schrijversleven.

Het ging deze avond verrassend genoeg niet over Otmar’s zonen, de trilogie die uiteindelijk de opvolger van Bonita Avenue zou worden. Nee, het ging over het schrijven zelf, de totstandkoming van. En de vele complicaties die daarbij komen kijken.

Buwalda, sinds 1971 onder ons, leeft onder een spartaans regime dat hij zichzelf oplegt als er geschreven moet worden. Soms nog geholpen door een beetje druk van de uitgeverij. Bovendien heeft zijn eerste boek de lat heel hoog gelegd. Er gingen immers honderdduizenden exemplaren over de toonbank.

Buwalda doet niet aan het schrijven van dunne boeken. En de geschreven letteren worden eindeloos herschreven. Als meelezer in dit proces vertrouwt hij vooral op zijn broer en niet op redacteuren die het toch al druk hebben. Buwalda, in Deventer verschenen met vermagerd voorkomen, leidt een kluizenaarsbestaan, waarbij hij soms ontwend raakt aan de normale dingen.  Terwijl de omgeving al lang is afgehaakt zijn vooral de voorschotten van de uitgeverij  een motivatie om door te gaan. Even vreesde hij dat er hartproblemen waren, maar dat bleek mee te vallen. Eindelijk, eindelijk en na vele jaren en vele dips zou het eerste deel van Otmar’s zonen het licht zien.

Het was een gezellige avond in de Oude Mariakerk met een schrijver die goed van de tongriem gesneden was. Onze volgende bijeenkomst zal het sluitstuk zijn van de Deventer Boekenweek. Tot ziens op 15 maart, gewoon weer in de middag!

Gerco Grevers

Alle details die er toe deden zijn door Herman Riphagen op de gevoelige plaat vastgelegd.